Gisteren, 27 juni 2022, was ik aanwezig bij het mini-symposium over herstelrecht (restorative justice) georganiseerd ter ere van de publicatie van een prachtige nieuwe bundel over dit onderwerp. Veel van de auteurs, waaronder ikzelf, waren aanwezig en hebben bijgedragen aan het symposium met een korte pitch over hun hoofdstuk. Omdat het tot een mooie dialoog heeft geleid over uiteenlopende perspectieven op herstelrecht, wilde ik mijn pitch over mijn hoofdstuk, dat gaat over de toepassing van herstelrecht bij seksueel grensoverschrijdend gedrag op het werk, graag delen. Laat het ook een uitnodiging zijn om het hele hoofdstuk, en natuurlijk de rest van het boek, te lezen! Het boek, van redacteurs Jacques Claessen en Anneke Van Hoek en met bijdragen van maar liefst 36 auteurs, is te verkrijgen bij BOOM Uitgevers (vooralsnog alleen in het Nederlands).
Yesterday, 27 June 2022, we celebrated the publication of a new edited volume on restorative justice (edited by Jacques Claessen & Anneke van Hoek, with contributions from 36 authors, including yours truly). I’m grateful to have been given the opportunity to contribute my ideas to this important new book with a chapter on the application of restorative justice to sexual harassment and abuse in the world of work. Although the book, and therefore my chapter, are currently only available in Dutch, I thought I’d at least share the short pitch presentation I gave at the symposium today in both Dutch and English. Consider it a teaser for my next (yet-to-be-written) article in English on the topic?
[English see below]
Herstelrecht en seksueel grensoverschrijdend gedrag op het werk
Een zoektocht naar balans tussen het belang van het slachtoffer en verplichtingen van werkgevers
TW: seksuele intimidatie | seksueel geweld
“Waarom heb je je niet verweerd?”
“Waarom vertel je het nu pas?”
“Waarom heb je niks gedaan om het te stoppen?”
“Dat zou mij nooit zijn overkomen.”
“Is het echt wel zo erg als je nu vertelt?”
“Ik ken die persoon, die zou dat nooit doen.”
“Het was vast niet zo bedoeld.”
“Je wilt toch geen onrust veroorzaken?”
“Weet je wel wat dat met iemand doet, zo’n beschuldiging?”
75% van de mensen die vertelt over hun ervaringen met seksueel grensoverschrijdend gedrag of misbruik, krijgt te maken met tenminste één negatieve of beschuldigende reactie. Victim blaming noemen we dat. En victim blaming, dat doen we helaas allemaal, vaak onbewust. Het legt de verantwoordelijkheid bij het slachtoffer in plaats van bij de pleger en houdt een cultuur in stand die seksueel geweld mogelijk maakt.
Dit is dan ook een van de redenen waardoor slachtoffers zich maar zelden uitspreken over wat ze hebben meegemaakt, én het maakt de toepassing van herstelrecht bij seksueel grensoverschrijdend gedrag op het werk, het onderwerp van mijn hoofdstuk, allerminst eenvoudig.
Want seksuele intimidatie wordt nog te vaak gezien als ‘slechts’ een incident tussen twee personen. Terwijl het ook voortkomt uit en versterkt wordt door diepgewortelde ongelijke machtsverhoudingen, traditionele normbeelden en gender-ongelijkheid in de samenleving. Door seksueel grensoverschrijdend gedrag te beschouwen als individuele incidenten gepleegd door ‘een paar rotte appels’ blijven die gender-normen en structuren geheel buiten beschouwing.
Maar juist ook door die normen en structuren kunnen de gevolgen van seksuele intimidatie verstrekkend en langdurig zijn. Mede hierom klinkt de vraag naar herstelgericht, en vooral slachtoffer-gericht werken steeds luider. Een herstel- of slachtoffer-gerichte aanpak van seksuele intimidatie kan namelijk een manier zijn om de ongelijke machtsdynamiek die ten grondslag ligt aan de meeste vormen van seksuele intimidatie te corrigeren.
Als je als slachtoffer op een zinvolle manier wordt betrokken bij de behandeling van jouw melding en je de keuze wordt gegeven of, en vooral, hoe je in een bepaalde procedure wil deelnemen, kan je dit een (groter) gevoel van eigenwaarde, zeggenschap en autonomie teruggeven. Je krijgt dan weer de regie en controle terug over een situatie waarin die controle jou juist is afgepakt.
Daarnaast kan de gedragsverandering die nodig is bij plegers om dit gedrag in de toekomst te voorkomen eigenlijk onvoldoende teweeggebracht worden met alleen feitenonderzoek en strafmaatregelen.
Doordat herstelrecht de mogelijkheid biedt om niet alleen te kijken naar het gedrag van individuele plegers, maar bijvoorbeeld ook naar hoe de onderliggende organisatiecultuur heeft bijgedragen aan het gedrag, zou herstelrecht van toegevoegde waarde kunnen zijn in de aanpak van seksuele intimidatie op het werk.
Maar dat moet dan wel gebeuren met voldoende aandacht voor hoe diezelfde ongelijke machtsverhoudingen en gender normbeelden ook negatief van invloed kunnen zijn op de invulling en uitkomst van een herstelrechtelijke procedure. Het integreren van een gender-perspectief moet dan ook een absolute voorwaarde sine qua non zijn.
De toepassing van herstelrecht bij seksueel grensoverschrijdend gedrag op het werk is nog weinig omkaderd. Daarom sluit ik mijn hoofdstuk af met tien randvoorwaarden waaraan ten minste voldaan moet worden voordat het überhaupt in overweging genomen zou kunnen worden. Hoewel de vraag uiteindelijk blijft of werkgevers hier voldoende tijd, ruimte en vooral expertise voor vrij willen of kunnen maken binnen de bestaande kaders, concludeer ik dat herstelrecht, mits goed ingeregeld en mét aandacht voor gender-normbeelden, een aanvullend perspectief zou kunnen bieden in de zoektocht naar balans tussen het belang van slachtoffers en de verplichtingen van werkgevers.
Nieuwsgierig geworden? Lees mijn volledige hoofdstuk: Dieneke de Vos, “Herstelrecht en seksueel grensoverschrijdend gedrag op de werkvloer. Een zoektocht naar balans tussen het belang van het slachtoffer en verplichtingen van werkgevers.” in: Herstelrecht door de ogen van… Reflecties op restorative justice vanuit 27 verschillende perspectieven, red: Jacques Claassen en Anneke van Hoek, Uitgeverij BOOM, juni 2022.
NB: Het onderwerp van dit artikel kan een trigger zijn. Het Centrum Seksueel Geweld biedt professionele hulp aan iedereen die een ongewenste seksuele ervaring heeft meegemaakt. Heb je direct hulp nodig, twijfel je of heb je vragen? Dan kun je altijd gratis met het CSG bellen of chatten. Ze zijn 24/7 telefonisch bereikbaar op 0800-0188. Via de website kun je ook chatten.
Restorative justice and sexual harassment in the world of work
Balancing the interests of survivors with obligations of employers
TW: sexual harassment, sexual abuse
“Why didn’t you fight back?”
“Why are you only speaking up now?”
“Why didn’t you do anything to stop it?”
“That would not have happened to me.”
“Is it really as bad as you’re telling me?”
“I know that person, they wouldn’t do that.”
“I am sure they didn’t mean it.”
“You don’t want to cause trouble, do you?”
“Do you know what that does to someone, when you accuse them of that?”
75% of the people who speak up about their experiences with sexual abuse or harassment are confronted with at least one negative or accusatory reaction when they first speak up. This is what we call victim blaming. And, unfortunately, many (if not all) of us are guilty of victim blaming, often unintentionally. Victim blaming, as the name suggests, wrongly places blame with the victim instead of with the perpetrator and helps maintain a culture that creates the conditions within which sexual violence is allowed to happen.
This is one of the many reasons why survivors often do not disclose what has happened to them. It also makes the application of restorative justice to sexual harassment and abuse in the world of work, the topic of my contribution to this edited volume, anything but straightforward.
Sexual harassment is still too often seen as ‘just’ an incident between two people, whereas it is caused and reinforced by unequal structures of power, traditional gender norms and gender inequality in society. And by treating sexual abuse and harassment as individual incidents perpetrated by ‘a few bad apples’, these underlying gender norms and structures are left unaddressed.
Yet, also in part due to these norms and structures, the consequences of sexual abuse and harassment can be severe and long-lasting. For this and other reasons, there are increasing calls for adopting restorative, and in particular survivor-centred, approaches to sexual harassment in the world of work.
A restorative and survivor-centred approach can in some ways restore or correct the unequal dynamic of power that underpins most forms of sexual harassment. If as a survivor/victim, you are meaningfully engaged in how your case is addressed, including giving you a choice about if and, importantly, how you are engaged in a process, then this can give you a greater sense of autonomy and control. In some ways, it allows you to regain agency and control over a situation in which that control had been taken away from you.
In addition, the desired behavioural change in perpetrators that is needed to prevent this kind of behaviour in future is often difficult to achieve with only repressive responses such as administrative investigations and disciplinary measures.
Because a restorative justice approach provides greater scope to focus not only on the behaviour of individual perpetrators, but also, for instance, creates space for examining how an organisational culture may have contributed to the behaviour, restorative justice could provide an additional perspective in the fight against sexual harassment at work.
However, I argue that this can only happen if sufficient attention is paid to how those same gender norms and structures can also negatively affect the implementation and outcomes of a restorative justice process. Integrating a gender perspective therefore must be a condition sine qua non.
Because the application of restorative justice to sexual harassment at work is a relatively new approach, no clearly defined framework exists for its application. For this reason, I conclude my chapter with ten preconditions that must first be met before employers could consider applying restorative justice approaches to (the prevention of) sexual abuse and harassment.
The question ultimately remains whether employers are willing and/or able to dedicate sufficient time, resources and, importantly, expertise to this issue within existing legal frameworks. However, my chapter concludes that when it is adequately circumscribed and clearly integrates a gender perspective, restorative justice could offer an additional perspective in the search for balance between the interests of victims/survivors and obligations of employers.
My full chapter is currently only available in Dutch: Dieneke de Vos, “Herstelrecht en seksueel grensoverschrijdend gedrag op de werkvloer. Een zoektocht naar balans tussen het belang van het slachtoffer en verplichtingen van werkgevers.” in: Herstelrecht door de ogen van… Reflecties op restorative justice vanuit 27 verschillende perspectieven, Ed: Jacques Claassen en Anneke van Hoek, Uitgeverij BOOM, june 2022.
NB: The topic of this post can be a trigger. The Dutch Sexual Assault Centre (‘Centrum Seksueel Geweld’) provides professional help to anyone who has had an unwanted sexual experience. Do you need immediate help, are you not sure, or do you have questions? Contacting the CSG is free. They can be reached 24/7 via phone at 0800-0188. They can also be reached via the chat on their website. If you are based outside of the Netherlands, please reach out to your local or national sexual assault or rape crisis centre for support.